Als de lezer de schrijver verwart met het onderwerp
- Michelle van der Zee

- 26 okt
- 3 minuten om te lezen
Over projectie, kwetsbaarheid en de kunst van werkelijk lezen
Steeds vaker zien we dat schrijvers, therapeuten en andere mensen die over menselijke thema’s schrijven, worden beoordeeld alsof hun werk een open dagboek is. Maar wat zegt dat eigenlijk over onze omgang met kwetsbaarheid? Over onze neiging om te verklaren in plaats van te voelen? En wat verliezen we wanneer we niet meer echt lezen, maar vooral plaatsen?
De verwarring tussen expressie en integratie
In een cultuur waarin persoonlijke beleving voortdurend zichtbaar is, zijn we gaan denken dat elk geschreven woord een bekentenis is. Toch is er een wezenlijk verschil tussen verwerking en integratie. Verwerking vindt plaats in de besloten ruimte — in leertherapie, supervisie, of het innerlijk proces van groei. Integratie is wat daarna ontstaat: wanneer de ervaring bezinkt tot inzicht, en wat ooit persoonlijk was, een universele taal krijgt. Vanuit die plek wordt schrijven een vorm van delen, niet van ontladen. Wanneer lezers zo’n tekst vervolgens terugleggen bij de schrijver — “ze zal het wel over zichzelf hebben” — missen we juist dat onderscheid. We verwarren belichaming met ontboezeming, en vergeten dat iets wat waar is in één leven, ook waar kan zijn in dat van ons.
Projectie als bescherming
Psychologisch gezien is het begrijpelijk: wanneer iets ons raakt, zoeken we houvast door het buiten onszelf te plaatsen. Het is veiliger om te denken “dit gaat over haar” dan te voelen “dit gaat ook over mij.” Dat is geen kwaadwilligheid, maar een vorm van bescherming. Toch sluit die beweging iets af. Want op het moment dat we het persoonlijke bij de ander leggen, verliezen we de kans om geraakt te worden — precies daar waar herkenning en bewustwording beginnen.
De prijs van snelheid
We leven in een tijd waarin het tempo van lezen vaak sneller is dan het tempo van voelen. Koppen worden gedeeld, context verdwijnt, nuance vervaagt. Een tekst over relationele dynamiek of menselijke afweer wordt gereduceerd tot een vermoeden over iemands privéleven, terwijl de eigenlijke boodschap — over hechting, regulatie, of de zoektocht naar verbinding — verloren gaat. Die oppervlakkigheid is niet alleen cultureel, maar ook existentieel: hoe sneller we lezen, hoe minder we hoeven te voelen. En hoe minder we voelen, hoe verder we af raken van de essentie van mens-zijn.
De uitnodiging tot werkelijk lezen
Werkelijk lezen is een vorm van belichaming. Het vraagt vertraging, nieuwsgierigheid en de bereidheid om geraakt te worden zonder direct te verklaren.
Niet: “Over wie gaat dit?”
Maar: “Wat raakt dit in mij?”
Vanuit die houding ontstaat een ander soort dialoog tussen schrijver en lezer — niet meer gebaseerd op projectie of oordeel, maar op resonantie. Dat is de ruimte waar literatuur, therapie en bewustzijn elkaar raken: waar woorden geen muur zijn, maar een spiegel.
Tot slot
Schrijven over menselijke thema’s is nooit puur persoonlijk, maar ook nooit puur abstract. Het bevindt zich precies op dat grensvlak — waar ervaring overgaat in inzicht, en het individuele verhaal iets collectiefs aanraakt.
De vraag is dus niet: van wie is dit verhaal?
Maar: waarin herkent mijn eigen menselijkheid zich hier?
Want uiteindelijk gaat schrijven, net als therapie, niet over de schrijver, de therapeut of de cliënt, maar over ons allemaal — over de voortdurende beweging tussen bescherming en overgave, tussen afstand en nabijheid, tussen begrijpen en werkelijk voelen. Bewustzijn groeit niet door te weten, maar door te durven blijven bij wat waar is, ook als we het nog niet begrijpen.
#lichaamsgerichtetherapie #traumaheling #biodynamischepsychologie #NARM #overdracht #projectie #kwetsbaarheid #bewustzijn #verfijning #resonantie #spiegeling #verbinding #vertraging #menselijkheid #menszijn





Opmerkingen