Als iets toxisch voelt
- Michelle van der Zee

- 31 jul
- 4 minuten om te lezen
Als iets toxisch voelt — over relaties, pijn en innerlijk contact
Het woord toxisch wordt steeds vaker gebruikt om relaties of dynamieken te beschrijven die pijn doen. “Het was een toxische relatie”, “die vriendschap was echt toxisch”, “ik werd er letterlijk ziek van.” Het klinkt herkenbaar, en voor veel mensen is het dat ook. Want sommige relaties verwarren, putten uit of laten diepe sporen na.
En toch roept het woord toxisch bij mij vragen op. Niet over de pijn waar het naar verwijst — die is vaak heel echt. Maar over wat het woord oproept, waar het ons van weg kan trekken, en wat eronder verborgen kan blijven.
Toxisch: een containerwoord voor complexe pijn
Als we iets toxisch noemen, duiden we daarmee vaak aan dat iets ongezond is, niet meer goed voelt, of zelfs schade oplevert. In dat opzicht kan het een krachtig woord zijn: het benoemt dat er iets niet klopt. Het geeft taal aan ervaringen waar vaak lang geen woorden voor waren.
Tegelijkertijd is het ook een soort containerbegrip geworden. Het verwijst naar van alles — manipulatie, afhankelijkheid, grensoverschrijding, controle, verwarring — en wat mensen ermee bedoelen, verschilt per situatie. Juist daardoor zegt het woord op zichzelf soms weinig over de diepere laag van wat er werkelijk gebeurt.
In mijn werk en in mijn eigen leven ben ik nieuwsgierig geworden naar die laag eronder. Want wat maakt dat we iets als toxisch ervaren? Wat wordt er precies geraakt? En waarom grijpt het soms zo diep in?
Als het niet meer te voelen is, noemen we het soms toxisch
Mijn indruk is dat we het woord toxisch soms gebruiken op het moment dat iets van binnen niet meer te dragen voelt. Wanneer we verstrikt raken in een dynamiek die onveilig voelt, maar we niet goed weten hoe we eruit moeten komen. Wanneer grenzen vervagen, we onszelf kwijtraken, of machteloosheid ervaren.
Dat wat toxisch genoemd wordt, raakt vaak aan een oude pijn: iets in ons systeem dat overweldigend is geweest, en niet voldoende opgevangen. In zo’n situatie kan het zenuwstelsel reageren met een intens gevoel van gevaar, verstikking, zelfs van vernietiging. Alsof je vergiftigd wordt, van binnenuit.
Soms is dat ook wat er gebeurt in relaties: we verliezen het contact met onszelf. Niet omdat we dat willen, maar omdat iets in ons geraakt wordt wat ooit nog geen taal had. En dan zoeken we een woord — en vinden toxisch.
Een echo van iets ouds
Het gevoel van geen uitweg, van afhankelijk zijn, van geen keuze hebben — dat zijn ervaringen die we vaak al vroeg in het leven opdoen. In onze jeugd, wanneer we als kind nog geen onderscheid kunnen maken tussen spanning en gevaar, afwijzing en vernietiging. Als het daar niet veilig was, kunnen we als volwassene opnieuw dat kinderlijke gevoel ervaren: ik kan hier niet uit, ik ben overgeleverd, het is alles of niets.
En dat is begrijpelijk. Want het zenuwstelsel draagt herinneringen met zich mee, ook als we er geen bewuste beelden bij hebben. In een intieme relatie van nu kunnen die oude sporen opnieuw aangeraakt worden, waardoor we ons overspoeld, verlamd of machteloos voelen — zelfs als we feitelijk wel volwassen keuzes kunnen maken.
In die verwarring gebruiken we taal die past bij hoe het voelt: alsof we vergiftigd worden, alsof de ander gevaarlijk is, alsof we iets moeten afstoten om te overleven.
Taal als richtingaanwijzer
Ik begrijp waarom het woord toxisch gebruikt wordt. Het wijst op een ervaring die niet klopt. Soms is die ervaring scherp, pijnlijk en zelfs destructief. En soms is de ander daarin ook echt grensoverschrijdend, manipulatief of gewelddadig. Dat mag benoemd worden.
Maar wat ik óók zie, is dat het gebruik van het woord soms iets toedekt: onze eigen pijn, onze machteloosheid, onze innerlijke verstrikking. En zolang we daar geen contact mee maken, blijft de ander iets buiten ons waar we tegen vechten. Of waar we in blijven hangen.
Voor mij ligt de werkelijke beweging in het niet weg hoeven zetten van het toxische, maar juist in het ontmoeten van wat eronder ligt. Wat was er voor mij niet mogelijk om te voelen? Wat kon ik toen niet dragen? Waar ben ik het contact met mezelf kwijtgeraakt?
Naar binnen, zonder schuld
Deze vragen stellen betekent niet dat we schuld bij onszelf leggen, of dat we de pijn die door een ander is veroorzaakt ontkennen. Het betekent wel dat we de aandacht verleggen: van buiten naar binnen. Van oordeel naar nieuwsgierigheid. Van vechten naar voelen.
Soms blijkt wat we toxisch noemden, een diepe innerlijke wond die nog niet ontmoet was. En als die eindelijk ruimte krijgt — in een veilige bedding, in contact, in vertraging — ontstaat er iets nieuws. Geen snelle oplossing, geen zwart-wit verhaal, maar een verfijnder contact met wat waar is. En met wat voor ons wél klopt.
Een uitnodiging
Herken je jezelf in dit thema? Voel je je geraakt of nieuwsgierig naar wat er in jouw relaties speelt — of hoe je daar met meer verfijning, stevigheid en zelfvertrouwen in kunt bewegen?
In mijn praktijk werk ik met mensen die in zulke dynamieken vastlopen en verlangen naar innerlijk leiderschap, herstel van vertrouwen en een dieper contact met zichzelf.
Je bent welkom.





Opmerkingen